In deze folder geeft Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over de nazorg na een pijnbehandeling. Wij adviseren u deze informatie goed te lezen. Aanvullingen op deze informatie worden door uw behandelend arts aan u verteld.

• Verdoving

  Doordat u verdoving hebt gekregen, kunt u tijdelijk (ongeveer 2-4 uur) last hebben van minder kracht en gevoel aan de behandelde zijde. Dit trekt vanzelf weer weg.
  

• Verkeer

  De dag van de behandeling mag u niet zelf actief deelnemen aan het verkeer. Dit betekent dat u niet mag autorijden, fietsen of brommen of in de scootmobiel mag rijden. De volgende dag mag u weer deelnemen aan het verkeer.
  

• Bloedverdunners

  Na de pijnbehandeling mag u de bloedverdunner op het eerstvolgende tijdstip weer innemen, zoals u gewend bent.
  

• Leefregels

  In principe mag u verder alles doen wat u normaal gesproken ook zou doen. U mag bijvoorbeeld ook naar de fysiotherapeut of boodschappen doen. Houd wel rekening met de eventuele tijdelijke verminderde kracht en gevoel direct na de behandeling.
  

• Bijwerking van medicatie van de pijnbehandeling

  Na een behandeling waarbij corticosteroïden (prednison-achtige middelen) zijn toegediend:
  - Kunt u in de dagen na de behandeling klachten ervaren van een rood gezicht en opvliegers (ook bij mannen);
  - Kan bij mensen met diabetes de bloedsuiker in de dagen na de behandeling schommelen;
  - Is de anticonceptiepil minder betrouwbaar tot de eerstvolgende menstruatie.
  

• Napijn

  Na de behandeling kan er napijn optreden, bovenop de al bestaande pijn. Het kan zelfs een aantal weken aanhouden. Dit is niet schadelijk en gaat altijd weer over. U mag hiervoor paracetamol innemen (totale dagdosering: niet meer dan 4 x 1000 mg).
  

• Wanneer gaat de behandeling werken

  Wanneer de behandeling gaat werken, is wisselend. Soms werkt het binnen 3 dagen, maar het kan ook zijn dat u een aantal weken op het effect moet wachten. Het komt ook voor dat de pijn in de eerste weken na de behandeling eerst toeneemt voordat de pijn minder wordt. Na 7 weken kan het effect van de pijnbehandeling pas beoordeeld worden. Tijdens deze 7 weken wordt het beleid niet aangepast.
  
  Een voorbeeld: Meneer Jansen heeft een pijnbehandeling gekregen. Na 3 weken heeft hij nog steeds veel pijn, het lijkt zelfs wel erger te zijn geworden. Hij vraagt de specialist om extra pijnmedicatie. Na een week gaat het een stuk beter met de pijn. Nu is het niet meer duidelijk of de pijnvermindering van de medicatie komt, of toch van de pijnbehandeling. Voor de specialist is het nu niet meer duidelijk met welke behandeling meneer Jansen in de toekomst het beste geholpen kan worden.
  
  

• Resultaat van de behandeling

  In veel gevallen kan de pijn niet helemaal worden weggenomen. Bijvoorbeeld omdat de oorzaak van de pijn niet weggenomen kan worden. De behandeling wordt als geslaagd beschouwd als de pijn met ongeveer de helft minder is geworden. Soms wordt een nog beter resultaat bereikt door een combinatie met andere behandelmogelijkheden.
  

• Pijnmedicatie

  U blijft uw pijnmedicatie gebruiken zoals afgesproken is. Pas als u merkt dat de pijn sterk verminderd is, mag u de pijnmedicatie langzaam afbouwen. Voor de meeste pijnmedicatie geldt: niet in een keer stoppen, omdat u daar vervelende bijwerkingen van kunt ervaren. Tijdens de controle afspraak wordt de pijnmedicatie met u besproken. Voor dringende vragen m.b.t. tot afbouwen van medicatie kunt u een bericht sturen via de Beter Dichtbij App.
  

• Complicaties

  - Ernstige aanhoudende hoofdpijn na een epidurale injectie;
  - Koorts na een epidurale injectie;
  - Bij ernstige toename van pijn gecombineerd met doofheid van het zitvlak en incontinentie van urine en/of ontlasting;
  - Toenemende benauwdheid na behandeling van de schouder of van de borstwervels;
  - Krachtsverlies in armen of benen die langer dan 6 uur na de behandeling aanhoudt.