In deze folder geeft Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over het gehooronderzoek bij volwassenen en kinderen. Wij adviseren u deze informatie goed te lezen. Aanvullingen op deze informatie worden door uw behandelend arts aan u verteld.

Het gehooronderzoek

Als u voor een gehooronderzoek komt dan worden eerst uw oren bekeken voordat het onderzoek begint. De test wordt uitgevoerd in een geluidsdichte cabine. Voor de rust en concentratie van de patiënt en audiometrist vragen wij u om alleen naar binnen te komen en uitsluitend met begeleiding als dat echt noodzakelijk is. Het onderzoek is niet pijnlijk.

Toonaudiometrie

Bij iedere patiënt met gehoorproblemen wordt een toonaudiogram afgenomen. Met een zogenaamde audiometer en een hoofdtelefoon worden korte tonen aangeboden. Aan de patiënt wordt gevraagd aan te geven of deze worden gehoord. De onderzoeker gaat na hoe zacht het geluid gemaakt kan worden om net gehoord te worden. Vaak wordt deze test herhaald met een trilblokje aan een beugeltje achter het oor (dit kan een beetje druk op de schedel veroorzaken). Beide oren worden afzonderlijk getest. Zo wordt een drempel bepaald van de geluiden van verschillende toonhoogten die nog net worden waargenomen. De meetresultaten worden in een grafiek weergegeven. Deze grafiek heet een drempelaudiogram, toonaudiogram of kortweg: audiogram.

Spraakaudiometrie

Bij gehoorverlies neemt ook het vermogen af om gesproken woorden te verstaan. We spreken van een afname van het “spraakverstaan”. Om er achter te komen hoe groot het verlies aan spraakverstaan nu feitelijk is, krijgt de patiënt via de hoofdtelefoon een reeks losse woorden te horen waarbij gevraagd wordt om zo goed mogelijk na te zeggen wat verstaan is. Deze woorden worden steeds zachter gemaakt, net zo lang tot er nauwelijks meer iets van wordt verstaan. In een grafiek worden deze resultaten weergegeven: per geluidssterkte wordt het percentage goed nagezegde woordjes aangeduid. Dit noemt men het spraakaudiogram. Het is vooral dit spraakaudiogram dat duidelijk maakt of een patiënt baat kan hebben van het gebruik van een hoortoestel. De gehoortest duurt 30 minuten.

Tympanometrie

Onderzoek naar de situatie van het trommelvlies en middenoor.

Bij de meting (duur 10 seconden) wordt een dopje met wat slangetjes in de gehoorgang geplaatst, waarmee de gehoorgang luchtdicht wordt afgesloten. Tijdens het onderzoek hoort men een zachte bromtoon. Het onderzoek verloopt automatisch u hoeft niets te doen. Wel is het van belang dat u of uw kind goed stil zit en geen geluid maakt. Tijdens het onderzoek wordt de luchtdruk in de gehoorgang gevarieerd. Tijdens het onderzoek kunt u of uw kind even wat druk in de oren voelen. Een goed functionerend trommelvlies bij een lucht houdend middenoor beweegt bij het aanbrengen van luchtdrukveranderingen. Deze beweeglijkheid wordt vastgelegd in een curve en zichtbaar gemaakt op een beeldscherm of op een uitgeprinte grafiek. Bij kleine kinderen zit er nogal eens vocht achter het trommelvlies en dan reageert het trommelvlies slecht of niet op deze luchtdrukveranderingen. Dit onderzoek duurt tien seconden per oor.

Gehooronderzoek bij kinderen vanaf ca. 4 jaar

Door middel van audiometrie (gehooronderzoek) wordt via een hoofdtelefoon het gehoor van uw kind gemeten. Met deze test kan het gehoor met dat van normaal horende worden vergeleken. Het onderzoek is niet hinderlijk of pijnlijk. Voor het audiologisch is geen speciale voorbereiding nodig. Als er thuis een hoofdtelefoon aanwezig is, kunt u uw kind deze alvast eens opzetten om het te laten wennen. Het gevoel is dan niet nieuw tijdens het onderzoek. De audiometrie vindt plaats in een geluiddichte kamer. In deze kamer is slechts ruimte voor het kind, één ouder of verzorger en de audiometrie-assistente. Anderen kunnen niet worden toegelaten, mede ter voorkoming van storende bijgeluiden. Uw kind krijgt een hoofdtelefoon op die licht op de oren drukt en die soms in de loop van de test wordt verwisseld voor een soort beugeltje met een (tril)blokje, die achter het oor wordt geplaatst. Dit kan wat druk op de schedel veroorzaken. Door dit trilblokje krijgt uw kind geluidjes te horen van verschillende sterkte en toonhoogte. Uw kind moet aangeven wanneer het geluid wordt gehoord. Dit kan vaak spelenderwijs door middel van een spelletje met blokken, of, bij wat oudere kinderen, door op een knopje te drukken of door ‘ja’ te zeggen of de vinger op te steken. Bij het onderzoek gaat het vooral om het vastleggen van de zachtste geluiden die gehoord kunnen worden. Vaak wordt er ook een woordjes-gehoortest (spraakaudiogram) afgenomen, waarbij gesproken woorden moeten worden nagezegd. De audiometrie duurt circa vijftien minuten. Indien er ook een spraakaudiogram wordt afgenomen, duurt de gehoortest dertig minuten.

OAE

Uw kind krijgt een dopje in het oor dat een brom geluidje maakt. Het oor stuurt hierop een geluidje terug. Dit wordt gemeten door een microfoontje in het dopje. Uw kind hoeft niets te doen. Wel is het van belang dat uw kind goed stil zit en geen geluid maakt. Dit onderzoek duurt enkele minuten.

Na het onderzoek

Na het onderzoek bespreekt de KNO-arts de resultaten van de gedane onderzoeken en neemt het vervolg van de behandeling met u door.

Neemt u voor vragen, meer informatie of het afmelden van een afspraak contact op met polikliniek KNO. De polikliniek is bereikbaar op 0181-65 85 89 of via de BeterDichtbij app. Raadpleeg de website www.spijkenissemc.nl voor actuele openingstijden. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen via het algemene telefoonnummer 0181-65 88 88.