In deze folder geeft Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over een bovenooglidcorrectie. Wij adviseren u deze informatie goed te lezen. Aanvullingen op deze informatie worden door uw behandelend arts aan u vertelt.

Het komt regelmatig voor dat mensen, bij het zien, last krijgen van ‘zware’ bovenoogleden. Dit kan zich uiten door belemmering bij het zien (zogenaamde blikveldbeperking), een moe en zwaar gevoel in de ogen en problemen bij televisie kijken of de krant lezen. Meestal worden de klachten in de loop van de dag erger. Vaak is er ook de klacht dat men er zo ‘oud’ of ‘zo moe’ uitziet.

Verwachtingen en mogelijkheden

Het gaan hangen van de bovenoogleden is het gevolg van het slapper worden van de huid en de spier rond het oog. Soms gaat dit samen met een uitpuilen van vetweefsel in de oogkas, waardoor de huid naar voren wordt geduwd, gaat plooien of een bolling boven of onder het oog laat zien. Het is mogelijk dit operatief te behandelen.

Voor de operatie

Voor de operatie wordt gevraagd of u verder gezond bent, ernstige operaties heeft ondergaan en welke geneesmiddelen u gebruikt. Wanneer u bloedverdunnende middelen gebruikt, moet het gebruik hiervan zeker een week voor de operatie gestaakt worden in overleg met de voorschrijvende arts. Wanneer u geholpen wordt in het gezicht is het niet toegestaan om make-up te dragen en zelf auto te rijden, het advies is om iemand mee te nemen.

De operatie

Vlak voor de operatie tekent de oogarts het huiddeel af dat weggenomen zal worden. De ingreep vindt plaats onder lokale verdoving (dit zijn enkele kleine verdovingsprikken). De operatie bestaat uit het wegnemen van het huid- en spieroverschot, al dan niet gecombineerd met het verwijderen of verplaatsen van het overtollige vetweefsel. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid. Deze littekens trekken bij en zijn vrijwel altijd onopvallend.

Na de operatie

Na de operatie kunnen de oogleden dik, blauw en gezwollen zijn, maar vrijwel nooit zo dat men niet meer kan zien. Er wordt geen verband aangebracht en wassen en douchen blijft mogelijk. Aangeraden wordt om de huid zeer voorzichtig droog te deppen na het douchen. Het verdient aanbeveling om thuis de eerste dagen de oogleden te koelen met iets kouds uit de koelkast. De pijn en zwelling worden daarmee tegengegaan en een pijnstiller is meestal niet eens nodig. Na zeven dagen worden de hechtingen en eventuele pleisters verwijderd. Over het algemeen is het een ingreep die weinig belastend is en een goed resultaat oplevert.

Complicaties en risico’s

Soms komt een meer dan normale bloedlekkage achteraf voor. Dit is meestal niet ernstig, maar het duurt dan wel langer voordat het normale uiterlijk is hersteld. Ook kan het voorkomen dat de ogen de eerste tijd na de operatie niet geheel te openen of te sluiten zijn. Soms kan een zogenaamde epitheelcyste ontstaan in het litteken. Ook dit kan weer chirurgisch worden weggenomen. Dit komt echter zelden voor.

Wanneer u na een operatie aan uw ooglid ernstige pijn krijgt in of rondom uw oog, neem dan direct contact op met polikliniek Plastische Chirurgie.

Bij spoed neemt u contact op met de Spoedpoli 0181-65 88 88 of met de Spoedeisende Hulp van het Maasstad Ziekenhuis via 010-291 35 99. Doe dit ook wanneer u ineens slechter gaat zien in de eerste uren na de operatie.

Neemt u voor vragen, meer informatie of het afmelden van een afspraak contact op met polikliniek Plastische Chirurgie. De polikliniek is bereikbaar op 0181-65 82 28 of via de BeterDichtbij app. Raadpleeg de website www.spijkenissemc.nl voor actuele openingstijden. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen via het algemene telefoonnummer 0181-65 88 88.